De generale synode van de Gereformeerde Gemeenten wijst kanselruil met predikanten van andere kerkverbanden af.
Dat bleek donderdagavond in Gouda tijdens de bespreking van het rapport van het deputaatschap kerkelijke eenheid. Ds. P. Mulder, preses van de synode, benadrukte dat een dergelijke vorm van kanselruil – zoals in incidentele gevallen wel is voorgekomen – kerkordelijk niet mogelijk is. Ook onderstreepte hij dat de bevoegdheid om binnen het geheel van de Gereformeerde Gemeenten Woord en sacramenten te bedienen alleen kan worden verleend door de classes met deputaten artikel 49 (Dordtse Kerkorde). Plaatselijke kerkenraden hebben vervolgens de autonomie om te beslissen welke predikanten uit het eigen kerkverband worden gevraagd om kerkdiensten te leiden.
Tijdens de gesprekken met de Gereformeerde Gemeenten in Nederland wordt verbondenheid ervaren, aldus ds. J. J. van Eckeveld, voorzitter van het deputaatschap kerkelijke eenheid. Toch is institutionele eenheid op dit moment niet aan de orde.
De synode drong aan op voortzetting van de gesprekken met de Gereformeerde Gemeenten in Nederland. Ook besloot de synode om een commissie in te stellen om enkele punten, die regelmatig terugkeren in gesprek met andere kerkverbanden, nader toe te lichten.
De deputaten artikel 48/49 (DKO) van de Oud Gereformeerde Gemeenten in Nederland gaven aan geen noodzaak te zien in de periodieke ontmoetingen met het deputaatschap. De synode betreurde dit en zal de wens overbrengen dat de gesprekken weer worden hervat.
Ook voert het deputaatschap gesprekken met de Hersteld Hervormde Kerk en de Christelijke Gereformeerde Kerken. Deze synode ziet deze gesprekken als nuttig.