Gereformeerde Bond: Gesprek over homoseksualiteit komt niet echt op gang
APELDOORN. Het gesprek over homoseksualiteit komt niet echt op gang in de gereformeerde gezindte. Dat stelt een viertal briefschrijvers in een open brief aan „alle hervormd-gereformeerde kerkenraden en andere betrokkenen in de gereformeerde gezindte.”
De auteurs (dr. J. Hoek, dr. A. A. A. Prosman, P. J. Vergunst en H. van Wijngaarden) zijn binnen de Gereformeerde Bond in de Protestantse Kerk in Nederland betrokken bij bezinning en voorlichting ten aanzien van homoseksualiteit. Ze stellen onder meer dat de Bijbel geen homoseksuele relaties erkent, maar ook dat pastoraal omzien naar elkaar niet stopt als er gemeenteleden zijn die een homoseksuele relatie aangaan.
De Gereformeerde Bond en de HGJB (Hervormd-Gereformeerde Jeugdbond) organiseerden vorig jaar een studiedag over homoseksualiteit en gemeente. Die dag had niet het gewenste effect, vertelt woordvoerder dr. Prosman. „We hoopten dat het gesprek over homoseksualiteit in kerkenraden en gemeenten op gang zou komen. Heel vaak stagneert dit. Vandaar onze brief.”
Wat stagneert er dan precies?
„Twee dingen. Allereerst moeten kerkenraden beleid maken op dit onderwerp. Dat gebeurt onvoldoende. Dit beleid moet vervolgens gecommuniceerd worden naar de gemeente. Ten tweede moet het pastoraat niet –zoals je nu vaak ziet– neergelegd worden bij de predikant of bij enkele kerkenraadsleden. Nee, álle gemeentenleden moeten op elkaar betrokken zijn, zodat er een sfeer van veiligheid is waardoor homoseksuele jongeren uit de kast durven komen en hun verhaal delen.”
Het overheidsbeleid maakt het er voor kerkenraden niet eenvoudiger op, stelt dr. Prosman. „Homoseksualiteit is een belangrijk speerpunt van het emancipatiebeleid van de regering. Hierdoor is het lastiger voor kerkenraden om met hun standpunt naar buiten te treden. Zo zie ik kerkenraden die hun beleid niet op hun website durven zetten.”
Komt de Gereformeerde Bond met een soort toerustingsprogramma voor kerkenraden?
„Dat zou een idee kunnen zijn. Anderzijds, we hebben al heel wat gedaan rond dit onderwerp in de afgelopen jaren.”
Het pastorale omzien naar elkaar houdt nooit op, zegt u in de brief. Maar als een kerkenraad een homoseksueel met een relatie van het avondmaal weert, kan dat wel zo ervaren worden.
„Er is een spanningsveld tussen de verantwoordelijkheid van de kerkenraad en de eigen verantwoordelijkheid van het gemeentelid. Het gemeentelid moet voor God en zijn geweten in het reine komen over de keuzes die hij maakt. Je kunt als kerkenraad echter nooit iemand laten vallen, ook niet als die persoon een weg gaat die je betreurt en ook afwijst. Dat blijft echter een heel lastig spanningsveld.”
Homorelaties worden inmiddels ook door sommige christenen aanvaard.
„Dat is inderdaad de praktijk. Toch is het een misverstand te menen dat dit onder christenen de gangbare opvatting is. Slechts een minderheid van de christelijke kerken erkent homorelaties. Dat wordt nogal eens anders voorgesteld. Niet alleen vanwege bepaalde teksten, maar vooral doordat het Nieuwe Testament het unieke karakter van het huwelijk benadrukt, is een erkenning van homoseksuele relaties niet mogelijk.”
Lees meer in Digibron
„Kerk mag niet zwijgen over homoseksualiteit”, Reformatorisch Dagblad (20 februari 2014)