Ooit was roken stoer, nu niet meer; zo gaat het ook met druk zijn.
Het leven is gewoon druk, daar is niets aan te doen! Er moet zo veel! Tel maar op. Kijk maar in de agenda, daar staan ze, alle verplichtingen, en intussen zeggen we heus ook al nee tegen dingen. Dus dit is het leven, het is vol, en we houden ons staande, ook al worden we een beetje (of heel erg) moe.
Dat klinkt logisch en herkenbaar en het geldt voor heel veel mensen, maar toch zit er een rijtje denkfouten in, betoogt Tony Crabbe in zijn boek ”Nooit meer te druk. Een opgeruimd hoofd in een overvolle wereld”. Crabbe is (bedrijfs)psycholoog en verbonden aan de universiteit van Londen.
Allereerst: het is waar dat er ontzettend veel informatie op mensen afkomt. „Met de hoeveelheid nieuws die er vandaag op je afkomt, zou je 174 kranten kunnen vullen (vijf keer zo veel als in 1986).” Ja: het is te veel, allemaal. Maar dat wil niet zeggen dat je het druk moet hebben, vindt Crabbe.
Drukte is een sociale norm geworden, en een sociale norm is een sterk iets, mensen passen zich daaraan aan, grotendeels onbewust. „Iedereen met wie we in contact komen, heeft het ongelooflijk druk. In onze ideeën en ons gedrag worden we enorm beïnvloed door de drukdoenerij van de mensen om ons heen, wat het moeilijk maakt om rustig na te denken over hoe druk we het zelf willen hebben.”
Intussen doet Crabbe stevige uitspraken over die drukte. Druk zijn is de gemakkelijkste optie, schrijft hij. Eigenlijk is het een vorm van ”acedia”, gemakzucht. In de middeleeuwen waren er twee vormen van acedia –een van de zeven hoofdzonden–: luiheid en drukdoenerij. „Wat precies het doel is van wat ik doe, weet ik niet, maar ik doe het zo snel als ik kan.” Het kan productief lijken: je bezighouden met de meest voor de hand liggende zaken, alsmaar mailtjes van collega’s beantwoorden, vinkjes zetten in je takenlijst. Maar kom je eigenlijk toe aan het werk dat je echt wilt doen, aan dat complexe project, dat meer denkkracht vraagt? De reeks kleinere taken lijkt gemakkelijker, maar uiteindelijk raken mensen juist uitgeput van die onophoudelijke stroom, terwijl de extra energie die een grotere taak vraagt, omslaat in voldoening. Druk zijn kan een vorm van vermijding zijn.
Verder noemt Crabbe druk zijn een merk: het laat je belangrijker lijken. En ten slotte: drukte is een verslaving. Het voelt goed om telkens je mail te checken, te googelen, op Facebook te kijken. Er komen stofjes zoals dopamine vrij in je lijf.
Drukte is grijs
Tony Crabbe was deze week in Nederland. Woensdag hield hij een lezing in de Westerkerk in Amsterdam, voor The School of Life. Voor een uitverkochte zaal met zo’n 700 toehoorders sprak hij over ”busyness”, en wat je eraan kunt doen.
Kiezen, is een van zijn adviezen. „Elke keuze voor het ene betekent een keus tegen iets anders.” In zijn boek vergelijkt hij drukte met een verfpalet waarop je maar kleuren blijft toevoegen – waardoor rood, geel en blauw verdwijnen en veranderen in grijs. „Als we voor drukte kiezen, kiezen we tegen overdenking, creativiteit en gerichte aandacht.” Verder stelt hij dat timemanagement niet het antwoord is. Je kunt plannen wat je wilt, zo efficiënt mogelijk werken – als de takenlijst te lang is, past het gewoon niet. Blijkbaar onderschatten mensen trouwens de tijd die ze voor een bepaalde taak nodig hebben; ze overschatten wat ze kunnen doen. ”Planning fallacy” heet dat. „Dus”, adviseert Crabbe, „de volgende keer dat je moet beslissen of je een taak wel of niet aanneemt, schat je hoeveel tijd je buiten al je andere verplichtingen ‘overhebt’ om deze taak te verrichten, en die tijd halveer je. Vervolgens ga je na hoeveel tijd je voor deze nieuwe taak nodig denkt te hebben, en die tijd verdubbel je.”
Zielenrust
Niemand vraagt ons om e-mail te lezen voor het ontbijt en te slapen met de smartphone naast het kussen, zei Crabbe woensdagavond. We doen het zelf. En die gewoonten maken ons niet gelukkiger, integendeel. We moeten ons weer een beetje leren vervelen, vindt Crabbe. Dan krijgt creativiteit weer de ruimte.
Minder is meer, stelt hij. ”Word minder productief!” heet een van de hoofdstukken in ”Nooit meer te druk”. Sinds het industriële tijdperk geldt productiviteit als een weg naar succes. Hard werken, veel produceren, opvallen en slagen zijn lang het devies geweest. Dat werkt volgens Crabbe niet meer: focussen op sterke punten en je daarmee onderscheiden, blijkt zakelijk gezien slimmer. In ”Stop met streven naar meer!” schrijft hij dat hij mensen eraan onderdoor ziet gaan als ze altijd streven naar meer, naar uiterlijkheden, geld, status, roem, spullen. „Ze werken zich over de kop om hun jaarcijfers te verbeteren, maar veronachtzamen hun hart en ziel.”
Het nuchtere boek van Crabbe doet opeens denken aan een oud en ouderwets gedicht –wat is het ook alweer? Een tegeltjeswijsheid? Een tekst uit een poëziealbum?–:
Naar geld, naar goed haakt ieder mens
eens rijk te zijn is ieders wens
maar zielenrust is meerder waard
dan alle schatten hier op aard’.
De zielenrust waar de dichter op doelde, gaat wellicht verder dan de rust waar Crabbe het over heeft. Maar de waarden in ”Nooit meer te druk” hebben daar wel mee te maken. Tevreden zijn met minder maakt rustiger. Familie en vrienden zijn belangrijk (liefst een kleine, betrokken vriendenkring: denk aan vijftien fantastische mensen). Tijd hebben om die lelie op het veld te zien groeien, maakt wijs.
„In de praktijk is het wel lastig om uw boek toe te passen”, zei een bezoeker van de lezing woensdagavond tegen Crabbe. „Om je niet te gaan te ergeren aan anderen die hun smartphone níét uitzetten. Om niet te gefocust te raken op de focus. En je gaat opvallen.”
Maar het is de moeite waard, antwoordde Crabbe. „It’s worth the struggle.”
De keerzijde van keuzes is een opoffering
Drukte, voortgejaagd worden door verwachtingen van jezelf of van de maatschappij, en daarnaast de behoefte aan aandachtig en geconcentreerd werken: dat thema leeft. Zomaar een paar andere bekende en recente uitgaven op dit gebied zijn ”Aandacht” (2013) van Daniel Goleman en ”Diep werk” (2016) van Cal Newport. Een van de werken waarnaar Crabbe verwijst in zijn boek is ”De kracht van kwetsbaarheid” (2013) van Brené Brown, die ook ”De moed van imperfectie” schreef.
Tegen wie nu denkt: Zal ik deze boeken nu wel of niet gaan lezen? zou Crabbe zeggen: Dat is de verkeerde vraag. Het schijnt dat mensen vaker een ”wel of niet-keuze” maken dan een ”welke-keuze” („Welk boek zal ik gaan lezen?”). Het antwoord op een wel of niet-vraag luidt vaker ”ja” dan zou moeten, als je kijkt naar wat er in de agenda past. Wel of niet naar die vergadering, wel of niet de mail checken... (Ja, doe maar wel.) Om die valkuil te vermijden, zou je je volgens Crabbe de volgende vragen moeten stellen:
– Wat offer ik op door hiervoor te kiezen?
– Als ik ervoor kies om het niet te doen, waaraan zou ik de tijd en de aandacht die ik zo bespaar dan besteden?
Boekgegevens
”Nooit meer te druk. Een opgeruimd hoofd in een overvolle wereld”, Tony Crabbe; uitg. Luitingh-Sijthoff, Amsterdam, 2016; ISBN 978 90 24572687; 368 blz.; € 17,99.