Nepnieuws uit de Middeleeuwen
Er zijn van die oorlogen die uitlopen op een militair fiasco. Niets van wat men wil bereiken, lukt. Wanneer in zo’n oorlog een klein onderdeel toch slaagt, kan dat soms uitgroeien tot mythische proporties.
Beroemd zijn de 400 Nederlandse pontonniers die bij min 35 graden Celsius bruggen over de Wit-Russische rivier de Berezina sloegen om Napoleons hachje te redden. Maar nog beroemder werden de Haarlemmers die in de middeleeuwen met een schip de ketting over de rivier de Nijl doorzaagden en de Egyptische stad Damiate innamen.
Historicus Jaap van Moolenbroek schreef er een boek over: ”Nederlandse kruisvaarders naar Damiate aan de Nijl. Acht eeuwen geschiedenis en fantasie in woord en beeld”.
Het fantastische verhaal van de inname van Damiate door de Haarlemmers in 1218 lijkt ondertussen te zijn verdwenen uit het Nederlandse collectieve geheugen. Hoewel het verhaal gedurende de jaren behoorlijk was aangedikt, bevat het een kern van waarheid: een wapenfeit uit de Vijfde Kruistocht (1213-1221). Van Moolenbroek, die in zijn werkzame leven als docent verbonden was aan de Vrije Universiteit van Amsterdam, heeft van de bestudering van het verhaal en de mythevorming er omheen zo’n beetje zijn levenswerk gemaakt. Enkele delen van zijn studie had hij eerder al in artikelvorm gepubliceerd, maar deze uitgave bevat het afgeronde werk.
Dronebeelden
Het boek begint met een uitvoerige reconstructie van de aanval op Damiate. Dan volgt de uitgebreide verbeelding van de slag in middeleeuwse en vroegmoderne geschiedwerken. Het derde deel van het boek gaat vooral in op de populaire voorstelling: rijmpjes, schoolboeken, prenten en schilderijen. De inname wordt gaandeweg steeds groter, mooier, spectaculairder, met nu eens een romantische held, dan weer met een spannende gevechtsactie van kruisridders.
Zo inspireerde de gebeurtenis ook de Nederlandse kunstenaars P. J. Schotel en H. Rotgans. Schotel schilderde in 1850 de slag als een romantisch tafereel in zachte pasteltinten. Honderd jaar later vervaardigde Rotgans een illustratie waarin de toeschouwer als het ware met dronebeelden vanuit de hoogte op de strijd in de Nijldelta neerkijkt. Zo mooi kan geschiedenis zijn.
Aflaten
De strijd om Damiate had alles te maken met de kruistochten. De paus stuurde al jaren daarvoor predikers door Europa om expedities naar het Heilige Land aan te prijzen. Er werden ”volle aflaten” (een volledige kwijtschelding van de tijdelijke straf op de zonde) verkocht om de kostbare tochten te financieren. Daarnaast werd er op het gemoed gepreekt. Van Moolenbroek: „Tijdens elke misviering moesten de aanwezigen bij de kruistocht worden betrokken, zo wenste paus Innocentius. Na de vredeskus en voor de communie moesten alle aanwezige mannen en vrouwen zich ter aarde werpen, waarop een van de geestelijken met luider stem ”God, de heidenen zijn Uw erfdeel binnengedrongen” (Psalm 79) ten gehore bracht, besloten met het psalmvers ”God staat op en Zijn vijanden worden verstrooid, Zijn haters vluchten voor Zijn aangezicht” (Psalm 68).”
Vanuit Duitsland en Friesland vertrokken in 1217 ”Frisones et Theutonici”, voor een deel afkomstig uit Vlaardingen, en mede geleid door de toekomstige Hollandse graaf Willem I. Deze groep kruisvaarders deed er een jaar over om het Heilige Land te bereiken. Ze probeerden eerst vanuit Akko, een stad in het noorden van Israël, hun aanval in te zetten. Akko was op dat moment bezet door de Ajoebiden: islamitische Koerden, van wie Salah ad-Din of Saladin de bekendste is.
De verovering wilde niet vlotten, dus er moest een alternatief verzonnen worden. De leiding van het offensief bedacht dat een aanval in de rug weleens goed kon uitpakken. Waarom niet Damiate in Egypte aanvallen? Deze stad, het huidige Damietta of Damyat, met ruim een miljoen inwoners en driemaal zoveel palmbomen, beheerste het oostelijk deel van de Nijldelta en was onderdeel van een van de islamitische aanvoerroutes van mensen en materieel.
In 1218 begon daar de strijd. De stad, voorzien van geschut op de poortgebouwen, lag op de rechteroever van de Nijl. Bij de linkeroever was in het water een versterkte toren gebouwd. Tussen beide oevers was een stevige ketting gespannen, die in hoogte verstelbaar was.
Aanval na aanval mislukte, totdat een aantal Friezen met koggeschepen een mobiel gevechtsplatform met loopbrug vervaardigden. Met veel moeite kon dit platform, tegen de stroming van de Nijl in, bij de ketting verankerd worden. Na felle strijd werd de toren van Damiate ingenomen en kon de ketting worden losgekoppeld. De stad zelf werd ook ingenomen, maar meer werd tijdens deze Vijfde Kruistocht niet bereikt. In het jaar 1219 keerden de Friezen met eer terug naar hun vaderland. De reconstructie die Van Moolenbroek van de aanval maakt is zeer interessant.
Daarna legt de auteur uit hoe geschiedschrijvers uit het gewest Holland met deze gebeurtenis aan de haal zijn gegaan. Ze hebben het voorval steeds meer tot een Hollandse onderneming gemaakt. In de 15e eeuw gaven twee auteurs (van wie één kennelijk door de stad betaald) er prompt een Haarlemse draai aan. Waarom? Om de Hollanders, en de Haarlemmers in het bijzonder, een mooi verhaal op de mouw te spelden. De sterretjes, die al in de 14e eeuw in het Haarlemse stadszegel stonden, werden aangezien voor kruisjes. En natuurlijk verwezen die kruisjes naar de inname van Damiate.
Ook verzonnen de schrijvers een zaagschip. Dankzij sublieme Haarlemse stuurmanskunst zou daarmee de ketting zijn doorgezaagd. Van Moolenbroek ontrafelt de Damiaatjes-mythe op knappe wijze, maar besteedt wel erg veel aandacht aan iedere auteur die heeft bijgedragen aan de mythevorming.
Vluchtelingen
Het boek wordt besloten met een citaat van de vorige paus, Benedictus XVI, waarin hij in feite zegt dat de kruistochten een grote vergissing zijn geweest. Voor wie denkt dat onze voorouders wel grote domkoppen waren om die Haarlemmers met hun maritieme toverkunsten te geloven: de ontwikkeling in ons land is op dit punt alleen maar achteruitgegaan. Ook nu is er nog volop sprake van nepnieuws en hoaxes.
Boekgegevens
Nederlandse kruisvaarders naar Damiate aan de Nijl. Acht eeuwen geschiedenis en fantasie in woord en beeld, Jaap van Moolenbroek; uitg. Verloren, Hilversum, 2016; ISBN 978 90 870 4606 4; 400 blz.; € 35,-.