Bach aan de Merwede
Dordrecht staat sinds vrijdag in het teken van Bach. Nooit eerder had de grootmeester uit Leipzig in Nederland een eigen festival. Nu wel. Aan de Beneden-Merwede.
Precies drie jaar geleden kreeg de Grote Kerk van Dordrecht haar Bachorgel. In het Mariakoor van het godshuis verrees een barokinstrument gebouwd naar de principes van de Duitse orgelbouwer Silbermann. Orgelbouwer Verschueren uit Heythuysen zorgde dat een droom uitkwam.
De ene droom was nog niet verwezenlijkt of de volgende diende zich aan: wat zou het mooi zijn om rond het Bachorgel een heus Bachfestival te organiseren.
Die wens kwam van de gemeente Dordrecht, legt Jan Nuchelmans uit. De artistiek leider van het festival resideert in de Dordtse Steegoversloot in een „kraakpand”, zoals hij het zelf aanduidt. „We kunnen ons geen luxe dingen veroorloven bij zo’n eerste editie. In feite heb je voor de organisatie van zo’n gebeuren ook niet veel nodig. Jammer is wel dat er voor de bezoekers geen vaste plek is waar alles van het festival samenkomt, zoals laatst tijdens het Festival Oude Muziek in Utrecht de Pandhof naast de Domkerk de spil vormde.”
Het organiseren van een tiendaags festival kost toch al „bakken met geld”, zegt Nuchelmans. „We hebben de kosten geraamd op 4 ton. Daarvan neemt de gemeente Dordrecht een derde voor haar rekening.” Een haalbaarheidsonderzoek wees uit dat het festival zou moeten kunnen slagen.
Het is niet voor het eerst dat Nuchelmans een festival organiseert. De docent muziek- en cultuurgeschiedenis aan de conservatoria van Amsterdam en Utrecht stond aan de wieg van het Festival Oude Muziek, dat drie weken geleden z’n 29e editie beleefde. „Dat festival was, naast m’n drie dochters, mijn vierde kind. Elf jaar geleden heb ik na achttien jaar dat kind losgelaten.”
Sindsdien zat de musicoloog niet stil. Tussen 2002 en 2007 leidde hij het kleinschalige festival Aqua Musica in het Muziekgebouw aan ’t IJ in Amsterdam. En toen kwam Dordt met de vraag.
Hoewel van tevoren niet precies is te peilen of het een succes zal worden, denkt Nuchelmans dat Dordt een goede festivalstad zal blijken te zijn. „Dordrecht heeft een heel mooie, oude binnenstad en is kleinschalig. Dat heb je nodig. Het mag niet zo zijn dat de Dordtenaar niets van zo’n festival merkt. Alleen als de stad echt volloopt, hebben we een probleem, want zo veel overnachtingsmogelijkheden zijn er niet. Je gokt toch vooral op mensen die van buitenaf de concerten bezoeken. Vanuit Zeeland, Brabant, Utrecht: het is met de trein allemaal goed te doen.”
Dordt heeft volgens Nuchelmans een heel aantal mooie locaties voor de concerten: de remonstrantse kerk, de Augustijnenkerk, de Wilhelminakerk, de Sint-Antoniuskerk, en natuurlijk de Grote Kerk. Maar dat wil niet zeggen dat het festival zich uitsluitend in kerken afspeelt. Juist niet. „We willen dat mensen op straat in aanraking komen met Bach, díé mensen die geen cd met zijn muziek in de kast hebben staan.”
Daarom heeft het festival twee kanten: ”Bach puur” en ”Bach anders”. De echte Bachliefhebber kan zijn hart ophalen bij concerten met oudemuziekspecialisten als Ton Koopman, Gustav Leonhardt en Jos van Veldhoven. Daarnaast treft de bezoeker andere hoeken van het muziekleven aan: jazz, wereldmuziek, accordeon, rap. Zo was het openingsconcert gisteravond in de Augustijnenkerk een mengeling van ”puur” en ”anders”: de violiste Lisa Jacobs én flamencodanseres Belén Maya, het Franse ensemble Les Percussions Claviers de Lyon én panfluitist Matthijs Koene samen met de saxofonisten Raaf Hekkema en Dick de Graaf. En buiten bij de kerk werd het publiek welkom geheten door een hiphopgroep: rappers en graffitikunstenaars die zich lieten inspireren door Bachs muziek.
Voor Nuchelmans was die breedte een sprong in het diepe, erkent hij. „Ik ben een echte oudemuziekman. Mijn eerste droom van een Bachfestival bestond uit een programma met slechts ”Bach puur”. Alleen, 90 procent van de mensen zegt niet van klassieke muziek te houden. Maar diezelfde mensen blijven wel in Utrecht op straat staan als een accordeonist met verve een stuk van Bach speelt. Dus, wil je een Bachfestival voor de hele bevolking maken, dan moet je daar iets mee doen. Daarbij heb ik bij de voorbereiding geleerd dat een rapper of een dj net zo overtuigd, net zo authentiek zou ik willen zeggen, met Bach bezig kan zijn als een oudemuziekspecialist.”
Er zijn wel grenzen. „Het hiphopgroepje kwam gisteravond niet in de kerk. En ik wil nog altijd voor kwaliteit gaan, hoewel ik dat bij die muziek minder goed kan beoordelen.”
De mix moet wat Nuchelmans betreft naar twee kanten werken. „Je hoopt dat mensen een duwtje krijgen en via de andere Bach bij de echte Bach uitkomen, dat ze misschien per ongeluk in aanraking komen met diens muziek en dat dat wat losmaakt. Tegelijk hoop je dat de liefhebber van de ”pure Bach” door de confrontatie met de ”andere Bach” leert zien dat Bachs muziek in de 21e eeuw in heel veel muziekstijlen inspirerend werkt.”
Hoewel Dordt geen festivaltraditie heeft, denkt Nuchelmans dat de eerste editie kan aanslaan en een tweejaarlijks vervolg kan krijgen. „In Dordrecht heb je een religieuze voedingsbodem, vooral voor de kerkmuziek van Bach. Daar hopen we van te kunnen profiteren. Tegelijk hebben we geprobeerd met die religieuze setting rekening te houden, bijvoorbeeld door terughoudend te zijn met de programmering op zondag. Je probeert een festival te maken dat respecteert wat eigen is aan een stad.”
Orgelacademie
Al in 2005, met het vooruitzicht van het Bachorgel in de Grote Kerk, werd de Internationale Orgelacademie Dordrecht (IOD) opgericht. Het doel: zowel het Bachorgel als het Kamorgel in de Grote Kerk zo veel mogelijk benutten. Talentvolle orgelstudenten en afgestudeerde organisten krijgen de kans masterclasses van nationaal en internationaal toonaangevende docenten te volgen en concerten te geven op beide orgels.
Anderhalf jaar geleden vond de eerste orgelacademie plaats. Docenten waren Peter van Dijk, adviseur bij de bouw van het Bachorgel, en Cor Ardesch, organist van de Grote Kerk en stadsorganist van Dordrecht.
De tweede orgelacademie is nu ingebed in het Bachfestival. Sterker: de academie vormt een heel belangrijke pijler van het festival, zegt Jan Nuchelmans. „De vijf orgelconcerten volgende week in de Grote Kerk vormen een rode draad door de programmering.” Van maandag tot en met vrijdag spelen de organisten Lieuwe Tamminga, Gustav Leonhardt, Peter van Dijk, Ludger Lohmann en Cor Ardesch ’s avonds een concert. Steeds is er ’s middags om 16.00 uur een lezing over een van de aspecten van Bachs muziek.
En overdag de masterclasses, door Jacques van Oortmerssen (maandag), Peter van Dijk (dinsdag en vrijdag) en Ludger Lohmann (woensdag en donderdag). Alleen, de studenten blijven weg. Eerder deze week leek het erop dat alleen de masterclass op maandag door kan gaan. Van Oortmerssen neemt dan zijn eigen studenten mee. Misschien dat er zich nog deelnemers voor woensdag aanmelden.
„Heel erg jammer”, zegt Ardesch, die artistiek leider is van de IOD. „Dit is het hart van het festival. Hier kun je wat leren. Wat wil je als orgelstudent nog meer? Les van een gerenommeerde docent, de diepte in, twee heel verschillende orgels, informatie over orgelbouw, een presentatieconcert op vrijdagmiddag.”
Wat de oorzaak is dat studenten zich niet inschreven? Nuchelmans: „Het is het begin van het schooljaar, muziekstudenten moeten hun punten gaan halen. Parallel aan de orgelacademie loopt ook het Internationale César Franck Concours in Haarlem.” Ardesch: „We hadden eerst een inschrijving voor de hele week, maar dat hebben we al losgelaten. De prijs is omlaaggegaan. Het wordt sowieso lastiger met dergelijke initiatieven, merk ik. Haarlem was afgelopen juli een succes, ja. Maar dat orgelfestival heeft ook een naam op moeten bouwen.”
Aan Ardesch zal het niet liggen. „Hoe meer hier gespeeld wordt, hoe mooier. De instrumenten staan er voor iedereen. Zulke kerkorgels zijn ook de beste leermeesters. Dat moet je exploiteren. Veel te lang hebben er in Nederland bij de orgels bordjes met ”verboden toegang” gehangen. Laatst op de Open Monumentendag konden amateurs zich inschrijven om een kwartiertje te spelen. Het zat bomvol. Prachtig toch!”
Masterclasses of niet, Ardesch zal zorgen dat de beide orgels van de Grote Kerk er piekfijn bij staan. „Elke morgen om 06.00 uur uit bed om de tongwerken te stemmen. M’n zoon van 17 gaat mee, voordat hij naar school gaat. Het grote orgel heeft tien tongwerken, het Bachorgel zes: daar ben je twee uur mee bezig. Maar dat geeft niet, het moet gewoon goed zijn.”
Cor Ardesch houdt komende week op de RD-muziekportal een weblog bij over de orgelactiviteiten tijdens het Bachfestival: muziek.refdag.nl