Dr. Ouweneel: Jan, we werden steeds katholieker
„Jan van der Graaf en ik hadden voor de EO-radio de meest uitgesproken meningen”, herinnert dr. Willem Ouweneel zich. „De scherpe kantjes gingen er wel vanaf. We werden steeds katholieker, in de zin van de Una Sancta, de ene, heilige kerk.”
Dr. Ouweneel typeerde donderdagavond zo de bijna dertig jaar dat hij samen met dr. ir. Van der Graaf voor de EO-microfoon alle mogelijke onderwerpen aansneed. „Ik kan me geen onderwerp herinneren waar we geen gedachten over hebben gewisseld.”
De evangelische theoloog was in Huizen een van de sprekers tijdens de presentatie van Van der Graafs boek ”Ook nog ter sprake gebracht. Voor de derde keer vijfentwintig miniaturen over reisgenoten” (uitg. De Banier, Apeldoorn). Het is het slot van een trilogie over spraakmakende figuren in kerk en samenleving, opgetekend door de voormalige secretaris van de Gereformeerde Bond. Eerder verschenen ”Ze hadden wat te zeggen” (2004) en ”Ook zij hadden wat te zeggen” (2009).
De derde bundel gaat over de generatie van Van der Graaf, met wie hij optrok of in aanraking kwam. De personen komen uit een zeer breed palet van kerken. Van verreweg de meesten woonde de 85-jarige Van der Graaf de begrafenis bij, schrijft hij in het voorwoord. „Met respect denk ik terug aan allen over wie ik schreef. Waar mensen elkaar wezenlijk ontmoeten, is sprake van wederkerigheid: geven en ontvangen.”
Ds. H. Westerhout, predikant van de hervormde gemeente in Hasselt, opende de bijeenkomst met een verwijzing naar een preek van ds. L. Kievit in Zwijndrecht uit 1951. „Opent Hij de poort, dan doet u weer een stap vooruit, u zet de voet ertussen: dat is niet de brutaliteit van het vlees, dat is de Geest des gebeds.” Van der Graaf hoorde deze preek op de terugweg van een bezoek aan zijn verloofde die kuren moest in een sanatorium te Dordrecht. De preek bleef hem bij onder het thema ”Een voet tussen de deur”.
Oud-Ridderkerker W. B. Kranendonk haalde herinneringen op aan vader Bas van der Graaf, ooit hervormd en later ouderling van de gereformeerde gemeente in Ridderkerk. „Je vader is volgens jou echter nooit los gekomen van zijn hervormde wortels, wat ook voor jou van betekenis werd.”
Drie terreinen
In het werk van Van der Graaf tekenden zich drie levensterreinen af, drie concentrische cirkels, zette dr. W. Verboom uiteen: de samenleving, de kerk en het persoonlijke geloofsleven. De binnenste cirkel was het kloppende hart van het geheel, de „bevindelijke binnenkant” van zijn werk. Van der Graaf kende volgens Verboom de verschillende geuren van het bevindelijke nest. „Om daaruit te leven en te werken veronderstelt een levenslang leerproces. Zulk leren betekent ook afleren. Het absolute wordt minder absoluut. Zó leren betekent: ontdekken waar het werkelijk op aankomt in geloof, kerk en samenleving.”
Dr. M. van Campen memoreerde de betrokkenheid van Van der Graaf bij diverse organisaties rond Israël. „Israël roept herkenning op tussen christenen van diverse pluimage. De liefde voor Gods uitverkoren volk verbindt mensen en groepen met elkaar, niet zelden over kerkmuren heen, en die ervaring is jou, Jan, niet vreemd. Helaas kwam en komt het omgekeerde ook voor. Israël kan ook een twistappel worden en zelfs een splijtzwam tussen geestverwanten en vrienden. Ook daarover weet je mee te praten.” Meer dan eens pleitte Van der Graaf voor een daadwerkelijke solidariteit met het Joodse volk, maar had hij ook oog voor de „precaire” situatie van de Palestijnen.
Voorbijgangers
„Opdat wij niet vergeten”, dat was de drijfveer achter zijn boek, stelde Van der Graaf in een persoonlijke reactie. We zijn slechts voorbijgangers, zo typeerde hij het omgaan met zo veel markante personen. „Ik weet me zeer gezegend”, zei hij, terugkijkend op zijn leven. „Ik heb van onze goede God zo veel in en van de kerk ontvangen.” Hij noemde zijn vrouw Corrie, die in een verpleeghuis in Huizen verblijft. „Zij heeft geen idee meer van wat hier gebeurt. Maar zonder haar zou ik het niet hebben gered. Ze heeft moeilijke momenten meebeleefd, soms ook aan de kerk geleden. Maar zij beleefde ook zo veel mooie dingen mee. En nu, haar geloof is bij Christus bewaard.”