Cultuur & boeken

Joel Rosenberg is verhalenverteller met een missie

Een klassiek Joods beroep als arts of bankier was aan hem niet besteed. Joel Rosenberg (1967) werd schrijver. En met succes. „Iets anders kan ik eigenlijk niet echt.”

31 January 2022 15:11
beeld RD
beeld RD

Scherp steekt het King David Hotel af tegen de strakblauwe lucht boven Jeruzalem. Ooit diende het imposante gebouw als hoofdkwartier voor het Britse bestuur dat het gezag over mandaatgebied Palestina moest handhaven. Een bomaanslag maakte in 1946 een complete vleugel met de grond gelijk.

Inmiddels biedt het King David al tientallen jaren onderdak aan hen die het zich kunnen veroorloven – onder wie vele groten der aarde, zoals de Amerikaanse presidenten Jimmy Carter, George W. Bush, Barack Obama en Donald Trump. Maar ook Winston Churchill, Margaret Thatcher en prins Charles maakten er hun opwachting.

En dat wil de directie van het hotel graag weten ook. Tegenover de receptie bevindt zich een fotogalerij waarop alle beroemdheden prijken. Het statige decor en de exclusieve sfeer sluiten naadloos aan bij het wereldje waarin thrillerauteur Joel C. Rosenberg zich met enige regelmaat beweegt. Hij was niet alleen adviseur van de voormalige Israëlische premier Benjamin Netanyahu, maar bezocht voor zijn boeken over het Midden-Oosten ook diverse leiders in die regio, zoals de Jordaanse koning Abdullah en de Saudische kroonprins Mohammed bin Salman.

Ook in de Verenigde Staten is Rosenberg geen onbekende in de hogere kringen. „Een tijdje geleden nodigde Mike Pence me uit in zijn nieuwe woning in Indiana”, vertelt de schrijver op het terras van het King David, met uitzicht op de muren van de Oude Stad van Jeruzalem. „Hij vertrouwde me toe dat hij mijn boeken leest. Ik kon niet geloven dat Pence, die tot voor kort de op een na machtigste man van Amerika was, uren doorbrengt met iets wat ik heb verzonnen.”

Hoe kan dat?

„Ik verbaas me daar nog steeds over. Tegelijkertijd geeft het me ook een extra uitdaging. Want als politiek invloedrijke figuren mijn boeken lezen –of in elk geval zéggen dat ze dat doen– dan moet ik mezelf de vraag stellen of ik in mijn volgende pennenvrucht nog steeds de aandacht van George W. Bush, Mike Pompeo of de directeur van de CIA kan blijven trekken.”

Dat geldt toch ook voor uw gewone lezerspubliek?

„Zeker weten. Ik vind het nog altijd een wonder dat mensen 28 dollar neertellen voor een verhaal van mij. Elke keer als ik mijn laptop opendoe en ik staar naar een leeg scherm, vraag ik me weer af: „Hoe vul ik dit document met 100.000 woorden die ik compleet uit mijn duim zuig, en waar lezers toch drie of vier dagen zoet mee zijn?” Mensen moeten keuzes maken. Niet alleen waaraan ze hun geld uitgeven, maar ook voor welke vorm van entertainment ze kiezen. Wat dat betreft is Netflix mijn grootste concurrent.”

Wat is uw diepste drijfveer om te schrijven?

„De Heere heeft mij een talent om te schrijven gegeven, dus dat wil ik benutten. Ik heb niet de gebruikelijke Joodse gaven om arts of bankier te worden. En ik weet ook eerlijk gezegd niet wat ik anders zou moeten doen. Iets anders kan ik eigenlijk niet echt. Tegelijkertijd heb ik ook een missie en een passie. Enerzijds om te waarschuwen tegen de gevaren van de radicale islam; anderzijds om te vertellen over Gods liefde voor Israël.”

U heeft inmiddels meer dan twintig boeken op uw naam staan. Welk personage uit uw romans spreekt u het meeste aan?

„Laat ik vooropstellen dat alle karakters in mijn boeken veel slimmer en succesvoller dan ik zijn. Dus elke persoonlijke vergelijking gaat eigenlijk bij voorbaat mank. Ik denk dat ik me nog het meest kan identificeren met Marcus Ryker, de hoofdpersoon uit mijn laatste serie. Ik houd echt van die man.

Hij is een geheim agent, met alle vaardigheden en talenten van dien. Maar hij is ook weduwnaar en zeker geen superman. Ik wilde dat hij een realistische persoonlijkheid zou zijn. Daarom laat ik hem ook pijn lijden en verdriet hebben.

De lezer moet niet denken dat belangrijke personen in het boek onsterfelijk zijn. De uitgever was diverse keren geschokt dat sommige personages het einde van het verhaal niet haalden. Het is geen Disneyfilm.”

U waarschuwt in uw boeken vooral tegen het gevaar van de radicale islam. Is dat de belangrijkste dreiging voor de wereld?

„Het is in elk geval niet de énige dreiging. Ik heb ook over het gevaar van Rusland en Noord-Korea geschreven. De pijlsnelle opkomst van China is eveneens een bron van grote zorg. Thrillerschrijvers zijn altijd op zoek naar complotten en dreigingen. Dat doe ik natuurlijk ook. Maar ik probeer wel dreigingen te schetsen die op dit moment realistisch zijn.”

U beschrijft nogal eens behoorlijk zwarte scenario’s voor het Midden-Oosten. Hoe kijkt u tegen de toekomst van de regio aan?

„Ik zeg altijd dat het Midden-Oosten geboorteweeën heeft: heftige samentrekkingen, maar ook perioden van ontspanning. Op dit moment is er sprake van enige ontspanning. Islamitische Staat is verslagen, de oorlog in Irak is voorbij en Israël heeft recent met diverse Arabische landen vredesverdragen gesloten. Maar er komen zeker nieuwe weeën aan.

Iran vormt een zeer groot gevaar, zeker nu het land bondgenootschappen met Rusland en China is aangegaan. Voor Israël in de eerste plaats. Ik weet zeker dat Israël alles zal doen om te voorkomen dat Teheran over kernwapens zal beschikken. We hebben er ook de middelen voor. Die analyse kun je heel makkelijk in een comfortabele conferentiezaal of een spannend boek maken. Als je hier woont, is het echter een heel ander verhaal. Hezbollah, de belangrijkste partner van Iran aan de grenzen van Israël, is in staat zeker 4000 raketten per dag op ons af te vuren.

En laten we ook de Turkse president Erdogan niet vergeten. Zijn gedrag baart me grote zorgen. Ik vraag me af of de NAVO wel goed weet wat ze met Turkije aan moet als het echt de verkeerde kant op gaat.”

Nog een nieuwe roman in de planning?

„Ik heb in 2021 twee boeken gepubliceerd: een roman en een non-fictieverhaal. Doorgaans doe ik één boek per jaar. Dus mijn eerstvolgende roman staat pas voor maart 2023 gepland.”

Welke rol speelt het geloof in uw boeken?

„Je moet voorzichtig zijn met het opvoeren van het geloof in datgene wat je schrijft. Dat kan alleen op een organische, authentieke manier. Je hebt daarin ook een grote verantwoordelijkheid. Want boeken gaan in het hart en de ziel van mensen zitten, veel meer dan televisie of films. Dan moet je wel de juiste toon aanslaan en de goede boodschap overbrengen. En, eerlijk is eerlijk, mijn eerste opdracht als schrijver is mensen te boeien. Ze moeten op het puntje van hun stoel zitten.”

Hoe krijgt het geloof in uw persoonlijk leven gestalte?

„Ik was acht jaar toen ik tot geloof kwam. Dat was overigens ook de leeftijd waarop ik besefte dat ik verhalen wilde vertellen. De achtergrond van mijn ouders was heel verschillend. Mijn vader was orthodox joods opgevoed; mijn moeder christelijk. Mijn vader werd later agnost. Maar beiden kwamen in 1973 op krachtdadige wijze tot bekering. God heeft mij twee jaar later het geloof geschonken, maar mijn ouders zijn wel zeker het middel in Zijn hand geweest.

Het geloof is sindsdien altijd de rode draad in mijn leven geweest. Met vallen en opstaan. Ook wat mijn Joodse afkomst betreft. In Amerika krijg je –vooral in evangelicale kringen– al snel de vraag: „Ben je nu een Messiasbelijdende Jood of een wedergeboren christen?” Ik probeer Christus te volgen; dat is voor mij het voornaamste.”

Ziet u groei in de Messiasbelijdende gemeenschap?

„Toen ik in 1967 werd geboren, waren er naar schatting minder dan 2000 Joden op de hele wereld die geloofden dat Jezus de Messias is. Toen mijn vader zes jaar later tot geloof kwam, was hij in zijn beleving zo ongeveer de eerste Jood sinds de apostel Paulus die beleed dat Jezus de langverwachte Verlosser uit de oude profetieën was.

Ik weet dat er veel discussie is over het aantal Messiabelijdende Joden, zowel in Israël als in de Verenigde Staten en wereldwijd. Een studie uit 2018 noemt een getal van 871.000. Dus we mogen aannemen dat we inmiddels de miljoen zijn genaderd. Ik vind dat heel bemoedigend. Mijn volk komt erachter dat de God van de Bijbel –de God van Israël– Zijn beloften waarmaakt. Dat Hij de Messias heeft gezonden, onze zonden wil vergeven en onze zielen wil redden. Hij vervult ons met hoop, vrede en vreugde waar we altijd naar hebben verlangd, maar die we in het verleden als volk lang niet altijd hebben ervaren.”

De God van Israël gebiedt om onze naaste lief te hebben. En dus ook voor de Palestijnen te bidden.

„Absoluut. De Bijbel draagt ons op voor de vrede van Jeruzalem te bidden. De Schrift maakt ook duidelijk dat de Joden het volk van God zijn en dat al degenen die Jezus volgen Israël en het Joodse volk moeten liefhebben. Maar de Bijbel vraagt ook van ons om van onze buren te houden. Alle moslims zijn onze buren. Alle Arabieren ook – en zeker de Palestijnen op de Westelijke Jordaanoever en in de Gazastrook. Zijn ze onze vijanden? Dan nog geldt het gebod van Christus om onze vijanden lief te hebben.”

Rosenberg haast zich naar zijn volgende afspraak. Maar niet nadat hij zijn laatste roman heeft gesigneerd: „Wat een vreugde om je in Jeruzalem te ontmoeten.” Met een plechtig plofje slaat de deur van het King David Hotel achter hem dicht.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer