Kerk & religie
Ds. W. J. Karels 25 jaar predikant GG: Lege handen vult Hij steeds weer

Een blinde, zo voelde ds. W. J. Karels zich, toen hij de roeping tot het ambt van predikant ontving. Maar de Heere sprak: „Ik zal de blinden leiden door de weg, die zij niet geweten hebben.” Zaterdag herdenkt hij 25 jaar predikant te zijn.

Ds. W. J. Karels staat 25 jaar in het ambt van predikant. Al die tijd is hij verbonden aan de gereformeerde gemeente te Hardinxveld-Giessendam. beeld RD, Anton Dommerholt
Ds. W. J. Karels staat 25 jaar in het ambt van predikant. Al die tijd is hij verbonden aan de gereformeerde gemeente te Hardinxveld-Giessendam. beeld RD, Anton Dommerholt

De pastorie staat pal naast het kerkgebouw van de gereformeerde gemeente van Hardinxveld-Giessendam. Zondagavond zal in de kerk een herdenkingsdienst plaatsvinden vanwege het jubileum.

Rond de woning van de predikant is veel groen. Graag geziene gasten zijn daar onder meer de vogels. Al van jongs af aan trekt ds. Karels graag de natuur in. „Daar ervaar ik rust en ontspanning.”

De predikant wijst anderen graag op de grootheid van Gods schepping. „Artikel 2 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis zegt het zo mooi: „Alle schepselen, grote en kleine, zijn gelijk als letteren, die ons de onzienlijke dingen Gods geven te aanschouwen.” En in een prachtige preek over de schepping zegt de Schotse predikant Hugo Binning: „Al de schepselen zijn voetstappen Gods.” Ze zijn in de gedachten van het wezen Gods geweest, voor ze geschapen werden. Als de voetbank van Zijn goddelijke voeten al zo schoon is –hoewel ze zucht onder de vloek– wat moet dan de genadetroon in Christus niet zijn voor vervloekte zondaren?”

Verder verblijft ds. Karels (69) graag in zijn studeerkamer. „Als het kan, ben ik ’s morgens thuis om preken voor te bereiden.” Hij studeert graag, zegt hij. „Dat blijft nodig. Ook na 25 jaar.”

Elke keer weer ervaart de predikant dat hij Gods hulp nodig heeft. „Het zijn bij mij lege vaten, lege manden, legen handen. Om zo telkens weer naar die broodbrekende, zegenende handen van de Middelaar te vluchten. Hij kan ze alleen vullen. Elke keer weer blijft onderaan de kansel over: „Heere, help mij.” Ik ben ontrouw, maar de Heere is getrouw.”

Gezelschappen

Ds. Karels denkt met warmte terug aan zijn ouders. „Zij vreesden allebei de Heere. Als kind heb ik in Rotterdam veel gezelschappen mogen meemaken. Dat heeft me als jongen doen voelen hoe gelukkig die mensen waren en wat ik miste, en ook dat ik het niet kon doen met de genade die zij ontvangen hadden.”

Karels ging het onderwijs in. „Later kwam de roeping tot het ambt. Maar ik doorleefde mijn blindheid. Het was onmogelijk. Maar op ’s Heeren tijd kon het niet langer meer. Ik moest gaan. Uitgestoten! Zeker toen er licht viel over de tekst uit Jesaja, dat de woorden om tot een scherpe dorsslede gesteld te worden, gesproken werden tot een worm! Zo ben ik in 1992 toegelaten tot opleiding aan de Theologische School.”

Het onderwijs door de predikanten A. Moerkerken, G. J. van Aalst, L. Blok en P. Honkoop heeft hij als „heel waardevol ervaren.” Niet alleen de toelating zegt ds. Karels als een „wonder” te hebben ervaren, maar ook „dat ik de broeders A. Schreuder en G. J. N. Moens heb ontvangen als jaargenoten. We kenden elkaar voor die tijd niet, maar dan vallen er blijvende banden.”

De weg leidde naar Hardinxveld-Giessendam. Het was een bijzondere ervaring in 1996 om door zijn oudere broer in het ambt van predikant bevestigd te worden. Ds. J. Karels diende van 1975 tot 2003 verschillende gereformeerde gemeenten en is nu emeritus predikant.

Over zichzelf en zijn prediking heeft de predikant het liever niet. „Er blijft één ding over. „Hulp van God verkregen hebbende, sta ik tot op dezen dag.” Zo staat het in Handelingen 26:22. Ik ben in de Kreupelstraat gebracht en gehouden. Dat is niet om gering te doen, maar het predikantschap is elke keer een stervensweg. 2 Korinthe 4: 11 zegt: „Want wij, die leven, worden altijd in den dood overgegeven om Jezus’ wil; opdat ook het leven van Jezus in ons sterfelijk vlees zou geopenbaard worden.” Dat geldt ook voor het ambt. Tegelijk is het een grote verwaardiging de Naam van Christus uit te dragen.”

Binnen de gemeenten liggen de dovenzorg en de jeugd hem na aan het hart, zegt de predikant. „Wat is het een zegen als ik de doop mag bedienen. Omdat het water wijst op de noodzaak van de toepassing van het bloed van Christus. Om dat bloed gaat het. Hij is de Verbondsgod. Dan is mijn gebed of de Heere Zijn Geest wil gieten op het zaad en Zijn zegen op onze nakomelingen. Ván onze jeugd is geen verwachting, maar vóór onze jongeren wel. De Heere zal doorgaan, van geslacht tot geslacht. Al heb ik wel grote zorg over een veranderende geloofsbeleving in de gemeenten: als men reeds behouden is, voor men verloren ging. Naast gunning en liefde blijft het plaatsmakende, ontdekkende en afsnijdende element in de prediking onmisbaar.”

Sliedrecht

Een grote gebeurtenis in Hardinxveld-Giessendam was het ontstaan van de gereformeerde gemeente in het naastgelegen Sliedrecht in 2011. „Hoewel je daardoor gemeenteleden en ambtsdragers kwijtraakte, overheerst toch het wonder dat dit mocht gebeuren. Dat was zeker zo toen ds. A. T. Huijser het eerste beroep mocht aannemen.”

Een bijzonder moment voor ds. Karels en zijn vrouw –„mijn grote steun”– was ook de toelating van schoonzoon P. C. Vlot tot de Theologische School. „De weg er naartoe gaf veel herkenning, zowel in de strijd als in de onmogelijkheden die op hem afkwamen. Het is een wonder als de Heere dan de weg baant.” Ds. Karels bevestigde zijn schoonzoon in 2020 in Krabbendijke met de woorden van Timotheüs: „Mijn zoon, wordt gesterkt, in de genade die in Christus Jezus is.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer