Evangelist Van Drunen (GG): Evangeliseren is bittere ernst
„Evangeliseren is niet zomaar een avontuur, het is bittere ernst. Ik ben er niet toe bekwaam. Maar Hij Die roept is getrouw.” Cees van Drunen is 25 jaar evangelist voor het deputaatschap Evangelisatie Gereformeerde Gemeenten.
Van Drunens spreektempo ligt hoog. Het zijn allemaal korte zinnen die hij uitspreekt. Zoals deze: „Ik ben 25 jaar gezond geweest. Dat is niet mijn knappigheid. Dat is een voorrecht. Zoiets komt niet bij ons vandaan. Gezondheid komt van boven.”
Zijn kantoor bevindt zich in het inloophuis De Hoeksteen, in het hart van de stad Emmen, met een tattooshop, een kebabrestaurant en een paar koffieshops in de buurt. Wijzend in het rond: „Dit is precies het stekkie dat bij mij past.”
Licht, lucht, vrijheid
Van Drunen groeide op in Ridderkerk, in een gezin dat hoorde bij de gereformeerde gemeente. „Toen ik 24 jaar was, kreeg ik de klap naar binnen. Toen werd ik stilgezet op de weg der zonde. Opeens wist ik dat sterven God ontmoeten was. Nog geen seconde had ik er ooit begeerte toe gehad om in Gods Koninkrijk te mogen dienen. Ik had altijd wel respect gehad voor Gods kinderen, maar dat was niet het leven dat mij boeide. Ik wilde lucht, ruimte, vrijheid. Niet van dat benauwde alsjeblieft. God wist er wel raad mee. Hij sprak: „Doe het werk van een evangelist.” De Heere heeft Zelf die weg gebaand. En nu mag ik dit werk al 25 jaar lang doen.”
Er was een vacature in Emmen. Evangelist Henk van den Boogaart vertrok van Emmen naar Alkmaar. Waar Emmen precies lag, wist Van Drunen nog niet. „De eerste keer dat we vanuit Ridderkerk naar Emmen reden, ben ik onderweg twee keer gestopt om op de kaart te kijken. Ik dacht: zitten we wel goed? Het was alsof we de wereld uitreden. Zo ben ik in Emmen gekomen. Hier ben ik nu thuis. De Heere vergist Zich niet.”
Van Drunen loopt elk ochtend zes kilometer. „In marstempo. Dan kan ik het beste nadenken. Onderweg doe ik aan Bijbelstudie of bereid ik een preekje voor. Dat kan ik onderweg beter dan achter mijn bureau.”
Godsdienstiger
Zou de stad Emmen na 25 jaar evangelisatiewerk nu godsdienstiger zijn geworden? „Wat de vrucht is van al het werk, dat weet ik niet. God heeft ook niet tegen mij gezegd dat ik aan het rekenen moet. Ik heb de opdracht om te zaaien, aan alle wateren, niet om resultaten op te tellen. Er zijn karrenvrachten folders verspreid. Ik heb met ontzettend veel mensen gesproken. Hoe vaak zou in ons kerkje aan de Prinsesselaan de nodiging zijn uitgegaan? Ik zou het niet weten, hoef het ook niet te weten. Wat verstaan we nog van de voorzienigheid Gods?”
Zouden er mensen bekeerd zijn? „Nee. Wel onbekeerd. Wij willen zo graag bekeerde mensen zien, maar wat is het een zegen dat dit niet hoeft. Ik heb wel mensen ontmoet die opeens gingen zeggen: „Cees, het zit niet goed bij mij van binnen. Wat moet ik doen?” Dat zijn toch mooie dingen. Ik ben niet voor niets naar Emmen gekomen. Zondags heb ik natuurlijk wel graag de hele kerk vol, maar het zou toch al een groot wonder zijn als God mijn geploeter voor één mens uit Emmen zou willen gebruiken. De Heere staat voor Zijn eigen werk in. Dat hoef ik niet te doen. Hij doet wat Hem behaagt. Ik ben 25 jaar geleden niet naar Emmen gekomen om mensen te bekeren, want ik wist toen al dat God dat moest doen.”
Smaadheid lijden
In het evangelisatiewerk word je weinig bespaard, zegt Van Drunen. „Je loopt in dit werk nogal wat tikken op. Soms van de wereld. Soms van de godsdienst. Als je smaadheid moet lijden om Zijns Naams wil, kom je er wel achter wie je zelf bent, maar ook Wie de Heere is en hoe getrouw Hij wil zijn.”
Het leven is in de achterliggende 25 jaar anders geworden, vindt Van Drunen. „De wereld is veranderd in een chaos. De verruwing is toegenomen. Veel mensen lijden pijn, hebben verdriet, gaan gebukt onder teleurstellingen. Iedereen zoekt vrede, rust, geborgenheid. En we geven er allemaal God de schuld van als we in de wereld niet kunnen vinden wat we zoeken. Ik heb wat van zulke apostelen ontmoet, slechte mensen, criminele mensen, arme mensen. Ik kon er nooit boven staan, want ik ben zelf net zo zwart vanbinnen.”
Eenvoudig zijn
Wat Van Drunen het liefste doet, is communiceren en verkondigen. Met communiceren bedoelt hij: mensen ontmoeten en spreken, hun vertrouwen winnen en een band opbouwen. En met verkondigen bedoelt hij: zondags een toespraak houden in het kerkje aan de Prinsesselaan. „Ik kan het allebei niet, maar ik doe het zo graag.”
„Het blijft altijd een worsteling om de Bijbelse boodschap van zonde en genade zo eenvoudig mogelijk te vertellen aan iemand die nog nooit gehoord heeft dat hij een ziel heeft die voor de eeuwigheid geschapen is. Je kunt wel direct een blik Bijbelteksten opentrekken, maar je hoopt dat je iemands hart mag raken. Het gaat om recht en genade, de dood in Adam en het leven in Christus. Je kunt wel direct tegen iemand zeggen: „Man, Jezus leeft”, maar het is volgens mij beter om zo iemand duidelijk te maken hoe je aan Hem komt, aan Hem Die gans begeerlijk is.”
Cees van Drunen
Cornelis van Drunen werd op 16 maart 1958 geboren in Ridderkerk. Hij werkte als timmerman. Op 27-jarige leeftijd werd Van Drunen bevestigd tot diaken in de gereformeerde gemeente te Ridderkerk. Zeven jaar later werd hij benoemd als evangelist in Emmen. Op zondag 7 februari 1994 sprak hij voor de eerste maal, vanuit Mattheüs 8:5, over de hoofdman over honderd. Hij werd als evangelist bevestigd door deputaat ds. P. Mulder, met een preek over Mattheüs 22:9: „Daarom gaat op de uitgangen der wegen, en zovelen als gij er vinden zult, roept ze tot de bruiloft.”
Lees ook in Digibron:
C. van Drunen bevestigd tot evangelist Emmen (Reformatorisch Dagblad, 26-09-1994)