Prinsjesdag: saluutschoten vuren met Zwitserse precisie
Op Prinsjesdag dreunen elke minuut, een uur lang, zware kanonschoten over Den Haag. „Bóemmm!” De Charlybatterij van het Vuursteuncommando brengt daarmee een eerbetoon aan de koning. Een operatie met militaire precisie. „Als een Zwitsers uurwerk.”
Vrijdag. De zon straalt over de Luitenant-kolonel Tonnetkazerne in ’t Harde. De Gele Rijders –blauwe steek, gele kwast– maken zich op voor de generale repetitie van hun inzet op Prinsjesdag. Dik dertig man levert dinsdag vuursteun.
In Den Haag maakt de gouverneur der residentie op Prinsjesdag vooraf een rondje om de koninklijke route te inspecteren. In ’t Harde voert kolonel Kees van Eijl, regionaal commandant West-Midden, de inspectie uit. De hoge militair –drie sterren– komt aanmarcheren. Sabel op de heup. Hij meldt zich bij de batterijcommandant, kapitein Remy. Twee sabels schitteren –omhoog, omlaag– in het zonlicht.
Berenmutsen
De Gele Rijders brengen elk jaar een eerbetoon aan de koning. Met kanonschoten uit 25 ponds getrokken Houwitsers. Vier op een rij. „De ceremonie kent een erg lange traditie”, houdt kolonel Van Eijl van 11 Luchtmobiele Brigade de manschappen voor. Het artilleriegeschut staat opgesteld aan de rand van het Malieveld. De krijgsmacht wil echter graag terug naar de Hofvijver.
„Voorwaarts... mars!” Militai- ren marcheren, bijna helemaal in de pas, naar hun geschut. Zwarte berenmutsen boven groene camouflagepakken. De manschappen laten tijdens de generale repetitie hun ceremo- niële tenue met veel bladgoud even in de kast. „Links... twee... drie...”
Buskruit
Voor elk stuk geschut stellen zich zes militairen op. Ernaast een kistje munitie: koperen hulzen met 100 gram buskruit. „Losse flodders”, haast majoor Hans Kamman, reservist van Luchtmobiel, zich te zeggen. De Gele Rijders schieten op Prinsjesdag niet met scherp.
Kolonel Van Eijl loopt spiedend langs de opgestelde troepen. „Hoofd réchts!” Op het moment dat hij passeert draaien alle manschappen hun hoofd met een ruk naar rechts. De stukscommandant salueert. Dan nemen de militairen plaats naast hun geschut. Twee links, een rechts. Half gehurkt.
De Gele Rijders voeren hun ceremonie uit volgens strikt protocol. „Precies op het moment dat de koning Paleis Noordeinde verlaat, valt het eerste schot”, legt majoor Kamman uit. Een officier bij het paleis seint hem via zijn portofoon even in.
Koning Willem-Alexander en koningin Máxima stappen vervolgens in de Glazen Koets, nu de Gouden Koets even in onderhoud is. De koning rijdt door Den Haag, stapt uit op het Binnenhof, leest de Troonrede voor, stapt weer in en rijdt weer terug. Exact in een uur tijd.
Stopwatch
Elke minuut dreunt een saluutschot over het Malieveld. De tijdwaarnemer –met stopwatch– zwaait zijn opgeheven arm naar beneden en geeft de batterijofficier het signaal te vuren. Deze zwiept z’n geheven sabel omlaag, waarop de stukscommandant brult: „Vuur!” De Houwitser spuwt vuur. En rook.
„We schieten net zo lang tot de koning weer in z’n paleis is”, legt kapitein Remy uit. Mocht het voorlezen van de Troonrede iets uitlopen, dan raken de Gele Rijders niet in paniek. „We kunnen desnoods twee uur lang saluutschoten afvuren.”
Prinsjesdag is elk jaar een enorme logistieke operatie, vertelt kolonel Van Eijl. De rode baret tussen groen geschut somt op: „Juiste tenue, juiste tijd, juiste plek.” Op hem rust een zware verantwoordelijkheid. „Het moet een waardig feestje zijn.” De ceremonie is daarom minutieus vastgelegd in dikke draaiboeken. „Met de precisie van een Zwitsers uurwerk. Routine is voor ons de grootste valkuil. Elke Prinsjesdag is nieuw.”
Op de derde dinsdag in september treden elk jaar zo’n 2500 militairen en 200 paarden op. „Actief dienende militairen”, benadrukt de kolonel. „Veel mensen denken dat wij een marionettenleger hebben voor die ceremoniële taken. Nee, dit zijn gewoon parate troepen.”
Stress levert Prinsjesdag niet op. „We zijn wel wat gewend”, zegt de militair minzaam. „Het wordt voor ons pas leuk als de ceremonie mis dreigt te lopen.”
Rokende huls
Een nieuw schot klinkt, een nieuwe rookpluim stijgt op. En exact een minuut later weer. „Herláden”, beveelt de stukscommandant. De gehurkte militairen komen overeind en halen –handschoenen aan– de rokende huls uit het geschut. Langzaam raakt het munitiekistje leeg.
Kapitein Remy geniet. „Dat is echt kicken, zo’n dreunend kanonschot. Daar doen wij als artilleristen het voor.”
Op Prinsjesdag 2500 militairen
Prinsjesdag en militair ceremonieel zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Defensie zet dinsdag bijna 2500 man in.
De koninklijke stoet bestaat uit zo’n 350 militairen. Van de Koninklijke Militaire Kapel Johan Willem Friso tot en met de vaandelwacht van het Garderegiment Grenadiers en Jagers. Maar ook de Bereden ere-escortes van politie, cavalerie en marechaussee.
Bij Paleis Noordeinde staat een erewacht van 116 luchtmachtmilitairen. Ruim 130 manschappen van het Korps Mariniers nemen plaats bij de Ridderzaal. Ook de ere-afzetting langs de route van dik 1300 personen telt veel militairen en veteranen.
Koning Willem-Alexander en koningin Máxima nemen de Glazen Koets. De 114 jaar oude Gouden Koets wordt gerestaureerd. Koning en koningin rijden voor het eerst sinds 2012 weer via de in 1925 geïntroduceerde route van 1400 meter. Van Noordeinde, langs de Korte Vijverberg, naar de Ridderzaal.