Protestantser dan de paus
”Jezus van Nazareth”; die titel gaf de huidige paus ook aan zijn onlangs verschenen tweede deel van een boek over de Heere Jezus. In het eerste deel laat de paus zien dat hij protestantser, Bijbelgetrouwer, over de Heere Jezus spreekt dan menig protestants theoloog. Het tweede deel is daarvan een bevestiging. Is de paus protestants geworden?
Het is al langer bekend dat paus Benedictus XVI een bekwaam theoloog is. Als hij nog slechts Joseph Ratzinger heet, rondt hij in 1953 op 27-jarige leeftijd zijn theologische studie af met een dissertatie over een thema uit de theologie van Augustinus. Vanaf de jaren 50 van de vori- ge eeuw publiceert hij uitzonderlijk veel wetenschappelijk werk van hoog gehalte. Het meeste daarvan gaat over dogmatische en ethische thema’s. Hij is namelijk vele ja- ren hoogleraar dogmatiek en fundamentele theologie aan verschillende universiteiten. In zijn laatste boeken over Jezus van Nazareth blijkt dat hij ook uitstekend thuis is in de uitleg van en de theologische bezinning op het Nieuwe Testament. Kennelijk beheerst de huidige paus het hele veld van de theologische wetenschap op een manier die respect afdwingt.
De Schrift
Wat in zijn boeken over de Heere Jezus opvalt, is overigens niet alleen een grote theologische kennis van zaken. Hij wil ook gelovig luisteren naar wat de Schriften over Hem naar voren brengen. Zijn uitgangspunt is hierbij dat Jezus op een bijzondere manier verbonden is met de Vader. Kort en goed gezegd: Hij is de eeuwige Zoon van God. Daarom kan de paus slechts in beperkte mate uit de voeten met het historisch-kritisch onderzoek van de evangeliën. Dat onderzoek heeft zijn waarde omdat het terecht de vraag stelt: Wie is Jezus van Nazareth, zoals de evangeliën over Hem spreken? Het beperkte van deze methode is echter dat men doorgaans weinig oog heeft voor de ”goddelijke dimensie” in de woorden over Jezus.
Zodoende pleit de paus ervoor om de Schrift als eenheid te lezen: de vier evangeliën geven gezamenlijk een harmonisch beeld van Wie Jezus van Nazareth is. Dit soort uitspraken staat haaks op wat een groot aantal protestantse geleerden beweert. Niettemin staan er in dit boek vele dingen over de Heere Jezus waarmee protestanten die in de lijn van Luther en Calvijn denken het alleen maar van harte eens kunnen zijn. Bovendien komen er meditatief getoonzette passages in voor waarmee een reformatorisch predikant zijn winst kan doen bij de voorbereiding van zijn preken.
Betekent dit dat er in dit boek helemaal geen typisch rooms-katholieke trekken voorkomen? Die zijn er zeker. Zo speelt de kerkelijk en liturgisch bepaalde uitleg van de Bijbel een belangrijke rol. Daarom waait ons soms ook een stevige vleug vergeestelijkende verklaring tegemoet die nogal eens aanknoopt bij de Schriftuitleg van de kerkvaders. De paus ziet bovendien in een behoorlijk aantal Bijbelplaatsen een verwijzing naar het geheimenis van de sacramenten, met name dat van de eucharistie of van de mis. Dat gebeurt bijvoorbeeld bij de vierde bede van het Onze Vader: Geef ons heden ons dagelijks brood.
Als de Bijbelheiligen of Maria ter sprake komen, gebeurt dat met groot respect. Hun betekenis wordt echter ook nogal eens wijder opgevat dan de rol die zij alleen maar toen en daar in de Schriften vervulden. Terloops komt ook het vagevuur ter sprake en wordt verwezen naar de bijzondere plaats van Petrus binnen de kring van de apostelen.
Maar al deze dingen gebeuren nergens overdreven en dwingend. Voortdurend keert de paus terug naar de letterlijke betekenis van de woorden van de Bijbel en laat hij zich daardoor soms ook corrigeren. De vraag laat zich daarom niet onderdrukken: Komt wat in zijn boeken te lezen is niet heel dicht bij het grondprincipe van de Reformatie: de Schrift alleen (sola Scriptura)?
Broekriem
Voorafgaand aan het antwoord op die vraag is het goed eerst nog een ander aspect te belichten: de opmerkelijk snelle manier waarop de huidige paus zijn voorganger, Johannes Paulus II, heeft zalig verklaard.
Nu is zaligverklaring doorgaans binnen de Rooms-Katholieke Kerk een opstapje naar het volgende stadium: de heiligverklaring. Bij de zaligverklaring gaat het om een voorlopig oordeel van de zittende paus. Hierin spreekt hij uit dat de overledene –in dit geval Johannes Paulus II– als ”een zalige” moet worden beschouwd. Zijn verering is dan in een beperkt deel van de kerk geoorloofd. De volledige heiligverklaring gaat verder. De overleden ”dienaar van God” (servus Dei) wordt dan plechtig opgenomen in de lijst van heiligen. De paus verordent vervolgens heel de kerk om hem als heilige te vereren.
Nu hebben verschillende mensen zich krachtig ingezet voor de zaligverklaring van de vorige paus. Wat drijft hen hierbij? De Poolse priester Slawomir Oder, de grote promotor van deze zaligverklaring, publiceerde kortgeleden een boek met als titel: ”Waarom hij heilig is: de echte Johannes Paulus II”. Oder benadrukt dat de paus als een heilige leefde, omdat hij zeer regelmatig vastte en zichzelf kastijdde. Volgens Oder had Johannes Paulus II een broekriem die hij overal mee naartoe nam, ook wanneer hij op vakantie ging. Enkele leden van zijn nabije staf hoorden regelmatig dat hij zich met deze riem geselde. Tijdens het vasten sliep hij regelmatig op de vloer van zijn slaapvertrek. In de ochtend maakte hij dan zijn bed in de war, zodat het niet opviel dat hij daar niet geslapen had.
Wonderen
Voor een zaligverklaring of heiligverklaring is het van groot belang dat het bewijs wordt geleverd dat de overledene door de kracht van God wonderen heeft verricht. Zo zijn de afgelopen jaren getuigenissen verzameld over wonderen waarin Johannes Paulus II een rol heeft gespeeld. In één daarvan wordt verteld dat een Franse non genas van de ziekte van Parkinson, toen ze bad tot de toen al overleden paus. Dat is ook hierom opmerkelijk, omdat Johannes Paulus II met name tijdens de laatste jaren van zijn leven zichtbaar aan een ernstige vorm van dezelfde ziekte leed. Recent doet zelfs een gerucht de ronde dat de dood van Osama bin Laden te danken zou zijn aan de tussenkomst van Johannes Paulus II.
Van belang is ten slotte ook dat er onder grote groepen rooms-katholieke gelovigen een algemeen gevoelen is dat de overledene als heilige vereerd dient te worden. Hieraan voldoet de vorige paus zeker. Bij zijn begrafenis op 8 april 2005 riep de bijeengestroomde menigte in koor: „Laat hij onmiddellijk heilig verklaard worden” (santo subito).
Er is een website geopend met informatie over de voortgang van het proces van zaligverklaring. Mensen kunnen hun getuigenissen over Johannes Paulus naar een speciaal e-mailadres sturen. Daarvan wordt volgens Oder veel gebruikgemaakt. Kennelijk heeft de huidige paus naar dit alles goed geluisterd.
Advocaat
Nu komen een dergelijke zalig- en heiligverklaring pas tot stand na een grondig onderzoek door de congregatie voor de riten in het Vaticaan. Dat onderzoek draagt feitelijk het karakter van een rechtsgeding. De officiële advocaat van de zaligverklaring werd in het verleden doorgaans de advocaat van God (advocatus Dei) genoemd. Er was ook een soort openbaar aanklager, iemand die vooral de bezwaren tegen zaligverklaring inbracht. Hij heette in de volksmond: de advocaat van de duivel (advocatus diaboli). Een dergelijk proces kon in het verleden vele jaren in beslag nemen.
De laatste pausen hebben het proces van zalig- en heiligverklaring sterk vereenvoudigd. De huidige paus heeft besloten dat het proces voor de zaligverklaring van Johannes Paulus II onmiddellijk kon beginnen. Men behoefde niet te wachten tot vijf jaar na zijn overlijden, zoals vroeger gebruikelijk was.
De kerkhervormers hebben zich altijd tegen dergelijke vormen van heiligenverering verzet. Het kernpunt van hun kritiek was wel dat zij niets wilden weten van de verering van heiligen die door hun verdiensten en voorbeden voor ons bepaalde genadegaven zouden kunnen verwerven. Zij beschouwen dit als een verduistering van de enige voorbede van Christus waardoor Hij van Zijn eer wordt beroofd en achten dit alles in strijd met de Heilige Schrift (vgl. art. 26 NGB).
Twee gezichten
Wat van dit alles te denken? Het lijkt erop dat de huidige paus twee gezichten laat zien en dat zou ook wel eens kenmerkend kunnen zijn voor de gehele Rooms-Katholieke Kerk in onze tijd. Het ene gezicht is dat men vasthoudt aan de traditionele rooms-katholieke leer, liturgie en vroomheid. Hierbij horen dingen als het gezag van de paus, de sacramentalistische visie op de sacramentele handelingen en de verering van Maria en andere heiligen. Als het over deze aspecten van het rooms-katholicisme gaat, voelen reformatorische christenen zich inderdaad volstrekt en overtuigd protestantser dan de paus.
Maar er is ook een andere kant. De recent verschenen boeken van de huidige paus laten die overduidelijk zien. Zijn visie op Jezus van Nazareth roept voor protestanten herkenning op. Hetzelfde geldt overigens voor verscheidene van zijn standpunten op moreel en ethisch gebied. Je zou de stelling kunnen verdedigen dat de huidige paus in een aantal opzichten protestantser is dan menig theoloog die zichzelf protestant noemt. In elk geval kan niemand die de boeken van Benedictus XVI over Jezus van Nazareth eerlijk leest, zonder reserve instemmen met de felle woorden van Luther: „Ik ben in grote benauwdheid, dat ik er bijna niet meer aan twijfel of de paus is wel heel eigenlijk de antichrist, die de wereld verwacht: zo zeer past zijn leven, doen, spreken en besluiten geheel daarbij.”
Er blijven dus een paar stevige vragen over. Drie belangrijke zijn: Verandert Rome echt of zijn de boeken van de paus een lentebries die voorbijgaat? Is de controverse Rome-Reformatie vandaag het meest wezenlijke conflict of liggen de echte fronten nu anders? De paus is in elk geval van mening dat de echte antichrist vandaag te vinden is op het terrein van de strenge wetenschappelijke exegese die ontkent dat we de Bijbel moeten lezen in geloof aan een levende God.
De laatste vraag gaat wellicht het diepst: Is in deze tijd nog duidelijk wat reformatorisch in de confrontatie met Rome betekent? Of is de reformatorische gezindte in sommige opzichten inmiddels roomser dan de paus?