DORDRECHT – In een volle Grote Kerk te Dordrecht is zaterdag de Herziene Statenvertaling (HSV) gepresenteerd. „De restauratie van het monument is voltooid. Mensen van hier en nu zullen het gebouw weer in gebruik moeten nemen”, zei prof. dr. F. A. van Lieburg.
De eerste exemplaren van de HSV werden uitgereikt aan J. Franssen, commissaris van de koningin van Zuid-Holland, burgemeester A. A. M. Brok van de burgerlijke gemeente Dordrecht, ds. H. J. Lam, voorzitter van de Gereformeerde Bond in de Protestantse Kerk in Nederland (PKN), dr. A. J. Plaisier, scriba van de Protestantse Kerk, ds. P. D. J. Buijs, preses van de generale synode van de Christelijke Gereformeerde Kerken, J. van der Dussen, secretaris van de Vlaamse Evangelische Alliantie en mevr. J. C. C. van Vreeswijk-van den Broek, echtgenote van wijlen ds. B. J. van Vreeswijk, die van 2002 tot 2010 voorzitter was van de stichting HSV. Ook twee jongeren kregen een exemplaar uitgereikt, Thirza van de Wetering (12) en Daan van Everdingen (13).
Commissaris Franssen noemde het een bijzonder moment dat als hij eerste rechtsopvolger van de Staten van Holland, die destijds opdracht gaven voor de Statenvertaling (SV), een exemplaar van de Bijbel in ontvangst mocht nemen. Dat de Staten van Holland een dergelijke opdracht nú zouden doen, is ondenkbaar. „In de huidige raadszaal staat naast de Bijbel ook de koran en de Joodse Bijbel. Dat geeft aan hoe geseculariseerd, multi-religieus en multicultureel de samenleving is geworden.”
Burgemeester Brok refereerde aan de eerste Statenvergadering van Holland in Dordrecht waar Willem van Oranje in de zestiende eeuw uitgeroepen is tot min of meer het eerste staatshoofd. „In die zin is hier de basis gelegd voor de monarchie zoals die wij nu kennen.”
Hij hoopt dat de HSV nieuwe generaties zal inspireren. Dat wenste ook ds. Lam toe. Hij sprak de hoop uit dat de HSV mag delen in de liefde die er eeuwen is geweest voor de Statenvertaling. „Zoals je van je grootvader houdt, houd je toch ook van je kleinkind?”
Ds. H. Russcher, voorzitter van de stichting HSV, wees erop dat de geschiedenis van de kamerling uit Handelingen 8 toont dat de noodzaak van het slechten van verstaanbarrières in de omgang met de Schrift een zaak van alle tijden is. Het probleem van de kamerling lag niet allereerst op het taalniveau (hij kende de Griekse Bijbelvertaling), maar bij de inhoud: over wie gaat het in Jesaja 53? Een geestelijke ontsluiting van de tekst blijft noodzakelijk. „Er is immers ook sprake van een geestelijke verstaanskloof. De woorden van de Schrift blijven ons innerlijk vreemd zonder de verlichting door de Heilige Geest. We beseffen dat we met de HSV deze geestelijke verstaanskloof niet opheffen.”
De HSV maakt de uitleg en vertolking van de Schrift niet overbodig, evenmin het werk van de Geest. „Het is wel de overtuiging van allen die bij de totstandkoming van de HSV betrokken zijn geweest, dat onnodige barrières in het begrijpen van de Bijbeltekst moeten worden weggenomen.”
Prof. dr. F. A. van Lieburg, hoogleraar geschiedenis van het Nederlands protestantisme aan de Vrije Universiteit (VU) in Amsterdam, reflecteerde over Bijbellezen de eeuwen door. De taalkundige kwaliteit van de Statenvertaling was zodanig, dat die wel een paar eeuwen kon verduren. Ook de wetenschappelijke kwaliteit van de Statenbijbel kon wel tegen een stootje. „Pas in de loop van de achttiende eeuw werd duidelijk, dankzij de toenemende kennis van de oosterse talen, dat voor tal van Bijbelse begrippen, en uiteindelijk voor die gehele Bijbel, een betere vertaling mogelijk was dan de geleerde vaderen hadden kunnen bevroeden.”
Het grootste risico voor de verstaanbaarheid van de Bijbel lag echter niet op het vlak van de vertaling, maar in de interpretatie, zo zei de hoogleraar. Door de voortgang van de natuurwetenschappen en de Verlichting groeide de kloof tussen het klassieke wereldbeeld en de moderne werkelijkheidsbeleving. Voor de meeste mensen is de Bijbel heden ten dage in het beste geval een omnibus „voor mensen die van lezen houden”, aldus Van Lieburg. Juist ook jongeren kochten in 2004 de literaire editie van de Nieuwe Bijbelvertaling omdat die door het weglaten van de versindeling „leest als een roman.”
Zowel de Statenvertaling als de HSV is brontekstgetrouw én doeltaalgericht, stelde de VU-hoogleraar. „Maar kenmerkend voor de HSV is dat ze naast een algemene doeltaal een specifieke doelgroep heeft. Hoewel ze toegankelijk is voor miljoenen mensen die Nederlands kennen, is ze geboren uit zorg voor een paar honderdduizend mensen voor wie de beproefde vaderlandse Bijbelvertaling dierbaar is. Ze wil een verantwoorde en bruikbare Bijbel zijn voor de brede gereformeerde gezindte en dan met name de jongere generatie. In die zin draagt ze net zo goed als bijvoorbeeld de Groot Nieuwsbijbel of Het Boek een missionair karakter, gericht op het bestrijden van het secularisatieproces.”
Met de HSV is voorlopig een oplossing geboden voor het probleem van de verstaanbaarheid van de Schrift in gezinnen waarin de Statenvertaling de norm is. Wat blijft, is het risico van de vervreemding, aldus Van Lieburg. „De geschiedenis heeft ons wel wat geleerd. En de afstand in tijd en ruimte tot oeroude teksten uit het Midden-Oosten wordt alleen maar groter. Voor veel Nederlanders is zelfs de zeventiende eeuw al vreemd geworden. Ook Bijbelgetrouwe jongeren leven in deze historie-arme cultuur. Hun keuze voor de SV of de HSV maakt daarvoor uiteindelijk weinig verschil.”
Van Lieburg noemde het voorbeeld van de schrijfster Franca Treur, die opgegroeid is met de oude Statenbijbel maar daarvan in korte tijd vervreemd raakte. De Bijbel van de huistafel is nu een naslagwerk in de boekenkast, naast Homerus of Vergilius. „Of dat anders was gelopen als Franca met de nieuwe Statenbijbel was opgegroeid, is een andere vraag. Misschien komt er nog een jongereneditie van de HSV, misschien zelfs een literaire versie. Anderen verlangen wellicht nog naar een bewerking van de apocriefe boeken, de kanttekeningen van 1637 of de Psalmberijming van 1773. Maar zoals een vermeende zuivere uitgave zeker geen garantie is voor het functioneren van de SV, zal het verder investeren in herziening van oude teksten het op de lange duur ook niet zijn.”
Nu de tekstuele hertaling is afgerond, wacht weer de culturele vertaling van de inhoud, zo stelde Van Lieburg. „De restauratie van het monument is voltooid, mensen van hier en nu zullen het gebouw weer in gebruik moeten nemen. Zeker in het begin hoeft een hernieuwd gewaad niet alleen vervreemding op te roepen, maar kan het ook tot verfrissing van geest en hart leiden. In elk geval zal de uitleg van de Schrift in alle facetten voortgang vinden, om het vleesgeworden Woord meer en meer te doen kennen.”
Prof. dr. A. de Reuver, emeritus hoogleraar vanwege de Gereformeerde Bond aan de Universiteit Utrecht, vermeldde dat Calvijn de herziene Bijbelvertaling van Olevitanus in 1546 kritisch tegen het licht hield, om de taal wat soepeler en begrijpelijker te maken. „Ook in 1546 dus een herziene Bijbelvertaling, met het oog op de verstaanbaarheid.”
Toch is er om de Bijbel echt te verstaan, nog wel wat meer vereist is dan een toegankelijke vertaling, aldus prof. De Reuver. Hij stipte drie aspecten aan: verwondering, ootmoed en gerichtheid op Christus. „De verwondering heeft de voorrang. De Bijbel is niet een voorwerp ter observatie en analyse, maar veeleer onderwerp; in die zin dat God ons daarin aanspreekt in de vorm van een liefdesverklaring.”
Puur verstandelijke Bijbelkennis schiet tekort, aldus prof. De Reuver. „Tegen de twijfel legt ze het af, in de aanvechting houdt ze geen stand en op het sterfbed biedt ze geen houvast.”
Christenen dienen de Schriften in ootmoedige gezindheid te lezen. „Deemoed vormt een sleutel die past op het slot van de Schrift. Wie dus de zin van de Schrift wil verstaan, moet bij de Geest in de leer, in biddende leergierigheid. Het Woord is immers niet het onze, maar het Zijne.”
De Heilige Geest is de eerste en eigenlijke uitlegger van de Schriften. „Het grove geschut dat dezer dagen tegen de HSV in stelling wordt gebracht, lijkt te suggereren dat wij dit grondgegeven zouden negeren. Men verschiet zijn kruit. Het is ijver zonder verstand. Wij beseffen terdege dat een toegankelijk taalkleed wel de táálkloof kan overbruggen, maar niet de kloof van zonde en verblinding. Dat staat aan God de Heilige Geest alléén.
Maar dit ontslaat óns niet van de roeping om, zoals ‘Dordt’ dat deed in de 17e eeuw, vandaag het taalkleed zo te plooien dat geen oneigenlijke vervreemding wordt gewekt, maar de eigenlijke kloof aan het licht kan treden. Wanneer Gods Geest ons van onze geestelijke blindheid overtuigt, beseffen we dat deze kloof alleen van de overzijde wordt overbrugd en dat alleen het licht van de Geest in de Waarheid leidt. Dat houdt ons kort en klein: klein in onszelf en kort bij de genade.”
De Schrift heeft tenslotte een centrum: Christus, de Gekruiste. In het kruisevangelie treedt ons een God tegemoet Die elke poging tot zelfverlossing aan de kaak stelt, zei prof. De Reuver. „Bij uitstek vanwege dit vreemde Evangelie is de Schrift ons lief en wordt ze ons vertrouwd. Niet omdat het Evangelie zijn vreemdheid af zou leggen, maar omdat we er, in al zijn vreemdheid, ons aan toevertrouwen. En hoe toegankelijker het taalkleed van de Bijbel is, hoe meer deze heilzame vreemdheid ons verwondert.”
De kerk was met ruim 1000 bezoekers geheel gevuld. Er waren diverse vertegenwoordigers van kerken en organisaties uit de breedheid van de gereformeerde gezindte. Het bestuur van de Gereformeerde Bijbelstichting (GBS) heeft laten weten niet in te gaan op de uitnodiging vanwege haar afwijzing van de HSV. De GBS belegt zaterdagavond in Dordrecht een bijeenkomst over de (H)SV, waaraan ds. A. A. Brugge, ds. K. Visser en ds. K. Veldman medewerking verlenen.
Ds. Russcher zei tijdens een persontmoeting te hopen dat de HSV verbindend zal werken. „De HSV heeft een verdeeldheid blootgelegd die er al was. Het kalenderjaar 2011 wordt voor ons een jaar waarin we alle opmerkingen en kritiek inventariseren.”
Op dit moment zijn er al 50.000 exemplaren van de HSV besteld door de boekhandels. Uitgeverij Jongbloed heeft een herdruk ingezet en is al bezig met een derde druk om aan de grote vraag naar de HSV-Bijbel te kunnen voldoen.
In juni 2002 is de Stichting Herziening Statenvertaling begonnen aan de opdracht van het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond, met als doel de huidige en komende generatie bij de Statenvertaling te bewaren. Eind mei 2010 zijn de laatste herziene teksten vastgesteld. Er hebben meer dan 45 personen in de loop van de jaren meegewerkt aan dit project: in een vertaalkoppel, een resonansgroep en in het bestuur.
De bijeenkomst van de presentatie van de HSV in Dordrecht wordt zaterdagavond om 20.00 uur door de Reformatorische Omroep integraal uitgezonden.