Ds. Schreuder spreekt voor studenten GG over genderideologie: „Kom in herkenbare taal uit voor christelijk standpunt”
„De genderideologie stelt indringend de vraag naar onze identiteit. De ware identiteit van een christen is dat Hij de Heere mag kennen in Zijn genade in Christus”, stelde ds. A. Schreuder vrijdagavond in Gouda.
De predikant uit Beekbergen sprak, op de zomerconferentie van de Werkgroep voor studenten van de Gereformeerde Gemeenten, over de genderideologie. Voor de bijeenkomst in het Hoornbeeck College hadden zich zo’n 140 hbo- en wo-studenten opgegeven.
Volgens ds. Schreuder wordt het hedendaagse denken over identiteit „losgemaakt van enige afhankelijkheid van het verleden, zeker als het om christelijke normen en waarden gaat. Identiteit is maakbaar geworden.” Hij stelde daartegenover dat de identiteit van een ware christen is „dat Hij de Heere mag kennen in Zijn genade in Christus.”
Ds. Schreuder schetste de postmoderne wortels van de genderideologie, waarin identiteit wordt bepaald „door seksuele gerichtheid, los van het geboortegeslacht”. Naast de seksuele revolutie heeft ook de homobeweging bijgedragen aan de opkomst van de genderideologie, legde de predikant uit. In 1994 werd de Algemene wet gelijke behandeling aangenomen. SGP-Kamerlid Koos van den Berg zei toen tegen hem: „Er is een wissel omgegaan in ons land. De achterban slaapt en heeft niet in de gaten dat principiële bakens zijn verzet.”
De predikant noemde het boek ”De seksuele revolutie” van de conservatieve rooms-katholieke Gabriele Kuby voor de studenten „een must”. „Op een planmatige manier wordt via internationale verdragen de gendergelijkheid gepropageerd op alle terreinen”, zo vatte ds. Schreuder Kuby samen.
Bestookt
De predikant hekelde de vele publieke aandacht voor genderdysforie. „Jongeren worden in de kwetsbare puberteit heftig bestookt om na te denken of ze wel een jongen of een meisje willen zijn.”
Bezinning is volgens ds. Schreuder nodig om christelijke standpunten goed te verwoorden. „En dan moeten we het niet alleen zoeken in argumenten en goede juridische regels, maar we moeten vooral in herkenbare taal uitkomen voor ons christelijk standpunt. Laten we daarvoor niet bang zijn.”
De predikant riep tegelijk op tot voorzichtigheid in bewoordingen rondom seksualiteit. Ook vond hij dat homoseksuele zonden niet „zwaarder aangezet” moeten worden dan heteroseksuele zonden.